BVV JEUGDJOURNAAL: TRAINER RUBEN BUSÉ OVER BARENDRECHT ONDER-17

In het BVV Jeugdjournaal geven trainers, coaches en bestuurders van de jeugdopleiding van de club meer informatie geven over het reilen en zeilen van de ruim 70 (!) jeugdteams van de club. Deze week vertelt trainer Ruben Busé, trainer van de Onder-17 selectie, over zijn jeugdtalenten en legt hij uit wat hij bedoelt met differentieel leren.

Mijn naam is Ruben Busé (29 jaar) en ik ben dit seizoen de hoofdtrainer voor de Onder-17 selectie. Dit is mijn derde seizoen als jeugdtrainer bij BVV Barendrecht. Hiervoor was ik twee seizoenen hoofdtrainer bij de Onder-15 selectie. De club is mij uitermate goed bevallen de laatste jaren en daarom verbond ik mij graag langer in mijn eigen ontwikkeling naar een hogere leeftijdscategorie. Er is op dit moment ook veel gaande in de jeugdopleiding en daar draag ik graag mijn steentje aan bij! Hiervoor heb ik gezeten bij SVS (1), Feyenoord (1), Texas Dutch Lions (1), RBC Roosendaal (3) en Sparta Rotterdam (2). Daar trainde ik vooral onderbouw en middenbouw teams, variërend van O10 t/m O15.

Huidige O17-1: waar zijn we mee bezig?
We hebben een sterke en leuke groep op dit moment bij de O17. Er zit potentie in voor het eerste elftal in de toekomst, of een late stap naar een BVO. Het niveau op de trainingen ligt hoog en de onderlinge verschillen zijn klein. We hebben een uitstekende voorbereiding achter de rug, de groep is uiterst gemotiveerd en de spelers willen zichzelf graag verbeteren in alle aspecten van het voetballen. Aanvallen, verdedigen en omschakelen.

Ik ben als trainer veel bezig om het ontwikkelproces in de handen van de speler te leggen. De speler is de eigenaar, wij als trainers zijn er voor de begeleiding. In mijn gesprekken met spelers stel ik vooral vragen, de spelers antwoorden daarop door er zelf over na te denken. Daarnaast probeer ik binnen mijn trainingen veel te variëren en spelers op verschillende manieren te prikkelen. De maandagen zijn bijvoorbeeld ingericht bij ons voor het differentieel leren. Dit is op een andere manier trainen dan de traditionele manier. Een voorbeeld hiervan is een mix van maat 1, maat 3 en maat 5 ballen gebruiken gedurende de trainingen. Of voetballen op blote voeten.

Het tactische aspect van het voetbal vind ik naast de individuele ontwikkeling van spelers het leukst. Wat wil een tegenstander? Wat wil de trainer van de tegenpartij? Waar coacht hij op? Hoe kunnen wij dat ‘gevaar’ bestrijden en daar beter mee omgaan? Op het moment van schrijven hebben we twee competitiewedstrijden gehad. Wij liepen tegen een rode kaart aan, maar met 10 man waren we beter dan Smitshoek O17 en kwamen zij nog goed weg met een gelijkspel. Dat toont de mentale weerbaarheid en bereidheid van deze groep die ze op dit moment al hebben. De tweede wedstrijd is ook gelijk geëindigd en verdienden we om te winnen. Ondanks tegenslagen over factoren waar we geen invloed op hebben toonde de groep grote mentale weerbaarheid. Er staan mooie oefenwedstrijden gepland tegen FC Dordrecht, Sparta Rotterdam en ADO Den Haag. Ik heb veel zin in dit seizoen!

Differentieel leren
Er zijn drie variabelen: het individu, de activiteit en de omgeving. Telkens als je een van deze drie variabelen verandert, beïnvloedt dat het leren van een speler en wordt op termijn de uitvoering daar beter van. De speler moet hetzelfde in een andere situatie toepassen. Dat werkt in mijn mening veel beter dan dat iemand dezelfde oefening op dezelfde wijze uitvoert. Situaties zijn namelijk nooit identiek. Het lichaam dient zó snel te moeten beslissen en handelen, dat dit door het brein vaak niet meer uitgevoerd kan worden. Je moet het dus automatiseren.

Het lichaam zal moeten wennen aan de nieuwe omstandigheden en dus in verschillende situaties toch de goede keuzes moeten kunnen maken. Samen met Adrie Poldervaart (voormalig BVV 1 trainer en huidig assistent-trainer FC Groningen) heb ik ook de presentatie hierover georganiseerd vorige maand naar de staf van onze jeugdopleiding. Bij de O17-1 is de maandag ingericht voor differentieel leren. We blijven de groep uitdagen op allerlei verschillende manieren.

Voorbeelden zijn zoals eerder ook beschreven: Andere soorten/maten ballen (activiteit), op blote voeten trainen (individueel), zonder hesjes spelen (omgeving), in ondertal of overtal spelen (activiteit), enz. Veel trainers doen sommige dingen al incidenteel of regelmatig. Maar één keer anders trainen gaat niet veel verschil maken voor het brein. Structureel (wekelijks bij de O17) anders trainen en dit ook laten doorvloeien in je andere trainingen, gaat de spelers wel helpen.

De eerste keer keken de spelers mij raar aan toen ik aangaf dat we op blote voeten gingen trainen, maar inmiddels zien ze de meerwaarde voor de looptechniek, techniek aan de bal en balgevoel. Daarnaast vinden ze het ook hartstikke leuk en vragen ze er zelfs om, om weer op blote voeten te gaan voetballen.